kijken voorbij het gedoe

Het is dinsdagochtend. Aan een groep van inspecteurs is gevraagd of ze een casus hebben waarmee we die dag aan de slag kunnen gaan. Het idee is om enkele systeembenaderingen en -methode toe te passen op hun casuïstiek. Zodat ze nieuwe perspectieven krijgen op hardnekkige, terugkerende situaties en daarmee ook nieuw handelingsperspectief krijgen. Gevraagd wordt of er situaties zijn die zich blijven herhalen. Momenten waarop je je betrapt op de gedachte ‘daar gáán we weer’ of ‘nu doen ze het weer’. Het duurt even, maar al pratende volgen de voorbeelden. Van die ene afdeling die wel heel veel en vaak wil overleggen en het de vraag is of dit nou wel zo goed werkt. Het terugkerende gedoe rondom capaciteit dat wel toegezegd is maar in de praktijk er niet is. Of de inspecteurs en de juridische afdeling die toch echt anders denken over wat er moet gebeuren. Situaties waarbij je bijna op voorhand wel kunt uittekenen wat de uitkomst gaat zijn.

Vorig jaar schreef ik over Hoe we vaak onbewust in patronen met elkaar stappen (een dans). En zolang we die dans niet herkennen, we veelal last hebben van gedoe en de schuld bij de ander neerleggen.

Wat deze voorbeelden delen is het gevoel van gedoe. Last hebben van de ander, van de terugkerende situaties die soms al best lang duren. Waar - als je niet op past - het eindigt in strijd met elkaar. Over capaciteit, over wie het voor het zeggen heeft als er een (formele) maatregel moet worden genomen, over hoe we met elkaar om gaan. Een strijd die de tegenstellingen eerder versterkt dan wegneemt.

Vorig jaar schreef ik over het gaan herkennen van de dans waar je met elkaar in stapt. Hoe we vaak onbewust in patronen met elkaar stappen (een dans). En zolang we die dans niet herkennen, we veelal last hebben van gedoe en de schuld bij de ander neerleggen. Totdat je die dans gaat herkennen, ziet wat je eigen aandeel daarin is en je de mogelijkheid krijgt om een andere dans met elkaar te gaan dansen.

Deze dinsdag reik ik dus enkele benaderingen aan om deze dansen te gaan herkennen. We beginnen in de ochtend ‘eenvoudig’ met het systeem in beeld te brengen. Wat is hier het systeem? Wat zijn de delen en de onderlinge relaties? Wat gebeurt er als je één systeemniveau uitzoomt? En wat als je één niveau inzoomt? In deze ronde gaat een groep van inspecteurs met de capaciteits-casus aan de slag. Al snel wordt duidelijk dat er veel meer partijen een rol hebben dan slechts het lijn- en programmamanagement. Het resulteert in een tekening met veel spelers en relaties. In de terugkoppeling wordt gekscherend gevraagd of het plaatje nog complexer getekend had kunnen worden. Wanneer ik na afloop vraag wat deze methode aan nieuwe inzichten heeft opgeleverd vertelt de casusinbrenger dat wat eerst als ‘gedoe rondom de verdeling van capaciteit’ werd omschreven, nu kan worden omschreven als het gedeelde belang dat uit beeld is geraakt. En dat, om samen verder te komen, het misschien gaat helpen om met elkaar te gaan onderzoeken wat het gedeelde belang is en hoe ze elkaar kunnen gaan versterken.

De vraag die onderliggend is aan al deze casuïstiek is of je voorbij het gedoe kunt kijken

In de twee benaderingen die we daarna toepassen op andere casuïstiek ontstaan soortgelijke inzichten. Er ontstaat begrip voor de ander, waarom die de dingen doet die hij/zij/hen doet. Bijvoorbeeld de behoefte aan houvast dat zich vertaalt naar veel overleggen wanneer er (te) weinig terugkoppeling is over eerder genomen besluiten. En er ontstaat inzicht in wat men zelf, op je eigen plek kan doen ten dienste van een groter geheel.

De vraag die onderliggend is aan al deze casuïstiek is - als je het mij vraagt - of je voorbij het gedoe kunt kijken. Wanneer discussies zich blijven herhalen (bijv. vragen om extra informatie, die niet krijgen, er nog eens om vragen, wederom niet krijgen) en er gedoe ontstaat, dan helpt het om te onderzoeken waarom die vragen worden gesteld. Vanuit welke aannames en overtuigingen? In dit geval van de moeizame werkrelatie tussen inspecteurs en JZ, welke beelden hebben we over en weer van elkaar dat jouw rol, taken en verantwoordelijkheden zijn? En kun je weer gaan zien dat je afhankelijk bent van elkaar?

Met DE TOEZICHTSFLUISTERAAR richt ik me op toezichthouders die vast zitten in taaie vraagstukken. Situaties waarin ze zich betrappen op de gedachte ‘daar gaan we weer’. Ik onderzoek samen met hen wat onderliggend is aan hun probleem, waar men vast zit in manieren van denken, en bedenk samen met hen duurzame interventies gericht op het doorbreken van patronen. Meer kun je lezen op www.detoezichtsfluisteraar.nl.

Nieuwsgierig naar wat dat betekent voor jouw toezichtvraagstuk? Neem dan geheel vrijblijvend contact met me op, per mail vivian@detoezichtsfluisteraar of telefonisch 06-11346806.

Previous
Previous

hoe kun je als toezichthouder problemen voorkomen?

Next
Next

op expeditie