Het is vrijdagavond. Ik heb met een kennis afgesproken. Eens in de zoveel tijd drinken we een borrel met elkaar. Dan hebben we het over vanalles. Systeemdenken en toezicht maken er een vast onderdeel vanuit. En terwijl we zo met elkaar praten over een casus van hem, valt het me op dat hij het steeds heeft over 'oplossen'. Maar ja...

π„πžπ§ 𝐜𝐨𝐦𝐩π₯𝐞𝐱 𝐩𝐫𝐨𝐛π₯𝐞𝐞𝐦 π₯𝐚𝐚𝐭 𝐳𝐒𝐜𝐑 𝐧𝐒𝐞𝐭 𝐨𝐩π₯𝐨𝐬𝐬𝐞𝐧.

'Je weet dat je een complex probleem nooit echt kunt oplossen, toch?' vraag ik hem. 'Dat je het op zijn best hanteerbaar kan maken? Dat je wellicht tijdelijk een evenwicht vindt, maar dat die ook net zo snel weer weg is?'

'Ja dat bedoel ik ook als ik het heb over oplossen. Maar je moet weten, Viv, dat ik vooral werk met techneuten. Die lossen het graag op. Die worden een beetje onrustig als ik ze vertel dat het niet echt op te lossen is maar hoogstens hanteerbaar te maken.'

'Ja, dat snap ik. Maar snap je ook dat als je het met hen hebt over oplossen, dat je ze dan eigenlijk op het verkeerde been zet? Dat je verwachtingen creΓ«ert die niet waar te maken zijn?'

Nu ik het zo type vraag ik me af of ik wel voldoende aandacht had voor zijn context. Voor het spanningsveld waar hij zich als toezichthouder in begeeft. Aan de ene kant zelf de complexiteit, ambiguΓ―teit en onzekerheid zien en willen opzoeken en aan de andere kant de relfex en de behoefte vanuit de organisatie om een complexe probleem te willen vereenvoudigen en op te lossen. Twee werelden die niet zo goed samen gaan.

Of, zoals een hoofd toezicht laatst tegen me zei toen we het kregen over mijn PHD-voorstel-in-wording: 'Viv, ik denk dat we nog denken dat we te maken hebben met gecompliceerde problemen. We denken dat als we maar voldoende expertise hebben, we zo'n probleem in stukjes kunnen opbreken, een goede interventie kunnen bedenken en het dan kunnen oplossen. Maar het is waarschijnlijker dat het complexe problemen zijn, die we nooit helemaal goed kunnen doorgronden en waarbij de werkelijkheid al weer is veranderd wanneer we er goed over hebben nagedacht.' [Dat denk ik ook].

Omgaan met complexiteit vraagt om een andere manier van zijn en doen. Accepteren dat je alleen nu iets kan, met de informatie die je nu hebt, zien hoe daar op wordt gereageerd en dan weer opnieuw bedenken wat je gaat doen. Glenda Eoyang heeft het over de steeds terugkerende stappen: 1) 𝐰𝐑𝐚𝐭? (wat is het fenomeen wat ik zie); 2) 𝐬𝐨 𝐰𝐑𝐚𝐭? (Welke betekenis geef ik hier aan? Kloppen mijn overtuigingen wel? Wat zegt me dit?) en 3) 𝐧𝐨𝐰 𝐰𝐑𝐚𝐭? (wat is hier een betekenisvolle stap). Om dan weer terug te gaan naar stap 1. Maar in de context van toezicht die toch veelal behoefte heeft aan grip, controle en beheersing is dat nog even wennen.

En dus vervolgden wij ons gesprek met de vraag hoe je je collega's meeneemt in die andere manier van denken en doen. Daarover een volgende keer meer.

Ik wens je weer een fijne week.

Previous
Previous

Next
Next