Terwijl mijn hoofd overloopt van een week colleges blijft deze systeemvraag maar door mijn hoofd spoken:

๐€๐š๐ง ๐๐ž ๐ก๐š๐ง๐ ๐ฏ๐š๐ง ๐ฐ๐ž๐ฅ๐ค๐ž ๐œ๐ซ๐ข๐ญ๐ž๐ซ๐ข๐š ๐ฐ๐ž๐ž๐ญ ๐ฃ๐ž ๐ง๐ฎ รฉ๐œ๐ก๐ญ ๐จ๐Ÿ ๐ž๐ž๐ง ๐ฌ๐ฒ๐ฌ๐ญ๐ž๐ž๐ฆ ๐ ๐จ๐ž๐ ๐Ÿ๐ฎ๐ง๐œ๐ญ๐ข๐จ๐ง๐ž๐ž๐ซ๐ญ?

Eerder schreef ik al dat het me opvalt hoe toezichthouders (en zij vast niet alleen) vooral heel goed zijn in ๐’“๐’†๐’ˆ๐’†๐’๐’†๐’. Acties bedenken om om te gaan met complexiteit of bijv. nieuwe issues die zich aandienen. Zonder zich de vraag te stellen of je een systeem ook zo kan inregelen dat bepaalde issues zich รผberhaupt niet voordoen (๐’…๐’†๐’Ž๐’‘๐’†๐’). Ik schreef toen ook al dat ik me afvraag of waar toezichthouders op sturen wel de meeste effectieve "KPI's" zijn. Daarover gaat deze.

Vanuit de harde systeembenadering ben je op zoek naar hoe je een systeem in balans kunt houden. Dat doe je door "essentiรซle variabelen" te benoemen. Ook wel criteria aan de hand waarvan je toestanden van het systeem meet. Denk bijvoorbeeld aan de thermostaat. Die meet de ๐’•๐’†๐’Ž๐’‘๐’†๐’“๐’‚๐’•๐’–๐’–๐’“ (vaak per 0,1 graad) en stelt zo vast of de verwarming aan moet of juist de airco.
Toezicht doet vaak niet anders. Het steekt een peilstok in een organisatie (of sector), bepaalt of het binnen, boven of onder een bepaalde norm valt, en of er vervolgens actie ondernomen moet worden.

So far so good. Maar waar stuur je nou op? Aan de hand van welke criteria stel je nou vast of het goed gaat? Laat ik voorop stellen dat ik denk dat het als toezichthouder nog niet zo makkelijk is. Dat laat Sparrow ook goed in zijn werk (waaronder The Regulatory Craft) zien. Maar hij wordt ook soms zo pijnlijk zichtbaar in de praktijk. Reflexen die in organisaties ontstaan door vragen vanuit toezicht, waarbij je jezelf de vraag kan stellen of dat nou de bedoeling is.

Een tijdje geleden sprak ik kennis van me die als bestuurder werkt in het onderwijs. Ze krijgen binnenkort een bezoek van de Onderwijsinspectie. Ik ken de onderwijswereld niet zo goed, dus wat hier volgt is een interpretatie van haar verhaal door mij. Wat ik niet wist is dat er heel veel regels en bepalingen zijn die beschrijven wat er moet zijn om kwalitatief goed onderwijs te leveren. Maar in de voorbereiding (en dus waarschijnlijk ook het gesprek met de Onderwijsinspectie) gaat het vooral over de cito-scores en hoeveel leerlingen uitkomen op een mavo, havo of vwo-advies. Dat lijkt me nogal een enge opvatting over kwalitatief goed onderwijs. Maar nog sterker wordt het gesprek dermate gericht op die cito-scores, dat andere onderwerpen (die mogelijk bijdragen aan die cito-scores) niet meer besproken worden. En waarbij ik me afvraag of je dat wel moet willen als toezichthouder?

Ik weet het n=1. Maar de neiging van toezicht om vooral te kijken naar wat (eenvoudig) te meten valt lijkt mij niet wenselijk. Daarmee gaat รฉn een hoop verloren, รฉn ontstaan er mogelijk reflexen die juist ondermijnen wat je wilt bereiken.

Benieuwd hoe je hierover denkt.

#systeemdenken #complexiteit #sturen

Previous
Previous

Next
Next