Een nieuwe week, een nieuwe systeemvraag:

๐๐ข๐ฃ ๐ฐ๐ž๐ฅ๐ค๐ž ๐ฌ๐ข๐ญ๐ฎ๐š๐ญ๐ข๐ž ๐๐ž๐ง๐ค ๐ฃ๐ž "๐๐š๐š๐ซ ๐ ๐š๐š๐ง ๐ฐ๐ž ๐ฐรฉรฉ๐ซ!"?

Je kent het wel. Zo'n organisatie waar je herhaaldelijke gesprekken hebt gevoerd over regels die worden overtreden of niet helemaal worden nageleefd. Tot je eigen frustratie betrap je jezelf op de gedachte dat je in een soap bent gestapt waarbij het verhaal zich telkens weer blijft herhalen. Je kunt zo ongeveer wel op een briefje wel uittekenen hoe een volgend gesprek zal verlopen. Zo'n casus brachten drie toezichthouders in een lopende training in.

Volgens de sociaal constructionisten geven we (samen) betekenis aan de wereld om ons heen. Door woorden te geven aan wat er om ons heen gebeurt creรซren we een sociale werkelijkheid. Dat geeft houvast - we begrijpen beter hoe de wereld in elkaar zit - en handelingsperspectief - we weten รณรณk hoe we in bepaalde situaties moeten handelen. Als ik bij jou bijvoorbeeld zou komen werken, dan zou je me heel goed kunnen vertellen wat ik vooral wel en niet moet doen om gewaardeerd te worden. "Zo doen we dat hier".

Taal is voor een sociaal constructionist daarom ook belangrijk. Zo wordt duidelijk waar we het wel en waar we het niet over hebben met elkaar, wat belangrijk wordt gevonden (niet alleen inhoudelijk, maar bijvoorbeeld ook wie er wel of niet toe doet). Als je dus gaat letten op wat mensen letterlijk zeggen, dan krijg je al mee hoe er over een bepaalde situatie wordt gedacht. Zoals รฉรฉn van deze drie toezichthouders in een bijzin zei "we kregen niet de antwoorden waar we naar zochten."

Terwijl zij verder praatte formuleerde ik in mijn hoofd allerlei vragen. Is deze toezichthouder van mening dat ze het beter weet wat er moet gebeuren dan de onderneming zelf? Stellen ze wel de goede vragen? Moeten ze wel vragen stellen? En hoe zou jij er als onderneming op reageren als er een toezichthouder tegenover je zit die het niet eens is met de antwoorden die je geeft? Of de indruk wekt het beter te weten dan jijzelf? Veroorzaak je dan niet zelf die dynamiek?

In de analyse die deze drie toezichthouders vervolgens maakten ontstond niet alleen inzicht in de betekenis die ze geven aan elkaar en hoe ze dat in de interactie met elkaar ook steeds weer bevestigen. Ook werd duidelijk dat er repeterende patronen waren in de eigen organisatie die hen belemmerden. Geen handhavende maatregel op leggen, "omdat het de lat niet haalt". Waardoor je op termijn als toezichthouder het ook niet meer oppert. Je kunt dus wel graag willen dat de ander iets anders gaat doen, vaak vraagt dat toch vooral iets van jezelf. Zoals een van de toezichthouders zei: "Omdat we het altijd zo hebben gedaan, denken we ook maar dat het zo altijd zou moeten gaan. Maar dat hoeft natuurlijk niet."

Mocht je nou zelf denken daar gaan we weer: over welke inhoud heb je het wel/niet (bijv. wel de uitkomsten, niet het proces), wie doet er wel/niet toe, en hoe bevestig je in je handelen die beelden steeds weer?

Previous
Previous

Next
Next