een directeur in het voortgezet onderwijs
Ik sprak in april een directeur van een middelbare school over het toezicht van de Inspectie voor het Onderwijs (onderwijsinspectie). Om de anonimiteit te waarborgen worden de namen van de geïnterviewden niet genoemd.
Wat is jouw huidige rol?
Ik ben directeur van een middelbare school met zo’n 800 leerlingen, bijna 100 medewerkers.
Is dat gemiddeld, groot, klein?
Het is tegen het gemiddelde aan. Volgens mij zijn de meeste scholen zo rond de 1000 leerlingen. Ik zit aan de onderkant van het gemiddelde. Het is zeker geen kleine school. Ik heb echt wel genoeg slagkracht. Maar ik zou soms wel willen dat ik 400 leerlingen extra had, dan had ik 30 man meer en dan kun je net iets meer. Meer mensen levert over het algemeen ook iets meer vrijheid op, iets meer flexibiliteit.
Hoe lang doe je dit al?
Dit is mijn 3de jaar. Ik doe dit nu zo’n 2,5 jaar.
Wat is je ervaring met de onderwijsinspectie in die 2,5 jaar?
Nou, niet zo extreem veel. We hebben geen inspectiebezoek gehad. Het enige bezoek dat gepland stond was ergens in de komende twee maanden. Dat is inmiddels gecanceld vanwege corona. Dus in die zin, maar.. eens in de vier jaar wordt het bestuur onderzocht. Dus niet meer op schoolniveau, maar op bestuursniveau. Komend schooljaar wordt mijn bestuur bezocht. Mijn bestuurder heeft al een paar jaar geleden bedacht toen dat nieuwe kader werd verzonnen, ik moet straks precies kunnen zeggen hoe het er op school x, y en z er aan toe gaat. Dat is op zich ook in lijn met het kader - daar zicht op kunnen hebben. Hij heeft dat bedacht te doen aan de hand van een intern visitatieteam. Dus we hebben voor alle scholen een aantal keer - ik heb het al twee keer gehad. Een groepje medewerkers van een andere school komen op bezoek onder leiding van een externe deskundige. Met het idee ‘dan kan de bestuurder in ieder geval laten zien dat hij zicht heeft op de kwaliteit van zijn scholen en op deze manier werken we aan de verbetering ervan’. Dus dit is geen inspectietoezicht. Maar natuurlijk wel een gevolg van het inspectietoezicht.
En daar vind je ook iets van. Want het lijkt dat je daar naar toe aan het werken bent?
Nou ja. Toen ik er kwam was het idee er net ... Ik hoorde dit en dacht, nou dat is goed bedacht. Leuk! Mooi! Helemaal in lijn met de redenatie van de inspectie. Dus dit klinkt helemaal goed.
Er klinkt een maar…
Ja, er zit een maar in. Die maar wordt ingegeven door het inspectiekader dat er vanuit gaat dat op het moment dat je als bestuurder inzicht hebt en lastige vragen kan stellen, je daarmee automatisch effect hebt op de kwaliteit van het onderwijs zelf. En dat is een aanname, een governance aanname, die ik niet geloof. Sterker nog, ik zie ook dat het niet zo werkt.
Want?
In de praktijk staat de daadwerkelijke rol van de bestuurder hier helemaal los van. Dat is het lastige hieraan. Dat de kwaliteit van wat een bestuurder doet ineens heel centraal komt te staan in deze manier van kijken naar onderwijskwaliteit en naar de bestuurlijke verantwoordelijkheid binnen onderwijskwaliteit. Want het zegt niks over de kwaliteit van mijn lessen.
Kijkt de onderwijsinspectie in het voortgezet onderwijs op het moment alleen naar die bestuurders?
Ze doen meer. Ze gaan ook naar scholen. Nog wel. Als er echte risico’s worden gevonden op basis van resultaten of andere signalen gaan ze zeker naar scholen toe. Maar in zo’n bestuurlijk onderzoek is de basis ‘is de bestuurder in control?’ Weet de bestuurder wat er speelt, waar de risico’s zitten en stuurt hij ook op verbetering daarvan? Dat is de aanname. En als hij dat heeft, dan is het oké. Dan is hij in control en dan zal het allemaal wel goed wezen. Dan gaan we ook niet dieper kijken. Terwijl, nou ja, de vervolgvraag is, zijn de mensen op de scholen in staat om whatever te doen wat die bestuurder er van vindt? Of, los wat die bestuurder er van vindt, zijn ze in staat om goed onderwijs te geven? Er is een afgeleide bewijslast ontstaan en ik ben zo benieuwd of de toezichthouder dat straks ook doorheeft.
Begrijp ik je goed als ik zou zeggen dat je zorg is dat ze niet verder kijken dan de bestuurder?
Dat is het grote risico. Toen dit nieuwe kader werd geïntroduceerd was dit mijn voornaamste frustratie. Dat ik dacht, de onderwijsinspectie is zo op die bestuurder gericht geraakt en gaat nu zoeken naar gaten in de lijn tussen bestuurder en de klas. En dat doen ze omdat de wetgever zegt dat de bestuurder verantwoordelijk is. De bestuurder is eindverantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit op de scholen. Is de bestuurder daadwerkelijk in staat en zou de bestuurder daadwerkelijk in staat moeten zijn om iets te vinden en te weten over de kwaliteit van individuele scholen en bij wijze van spreken individuele lessen? Die aanname die betwist ik.
De logica is er best. Toch?
Natuurlijk. Het is een bepaalde governance keuze. Je redeneert vanuit de gedachte ‘de bestuurder is verantwoordelijk, dus die moet het allemaal weten’. Je kunt ook zeggen, de bestuurder is weliswaar verantwoordelijk maar dat is hij op papier. Laten we wel wezen, veel meer dan dat is het niet. Zeker in de grotere scholengroepen. De kwaliteit van een school wordt veel meer bepaald door de kwaliteit van individuele lessen, individuele leraren en de schoolleiding. In mijn geval heeft de bestuurder daar bijna geen invloed op. Dat is ook een keuze. Maar op het moment dat een bestuurder daar meer invloed op heeft, ga je dus ook verlangen dat die bestuurder meer instrumenten gaat inzetten om grip te houden. En ik durf de stelling aan dat dat het onderwijs niet per se verbeterd.
Als ik zo naar je luister, hoor ik je bijna zeggen, stel dat de onderwijsinspectie tot een conclusie komt dat de bestuurder onvoldoende in control is, je de bestuurder bijna op de stoel van een directeur zet. Omdat hij meer invloed al dan niet wil gaan uitoefenen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit beter wordt.
Dat risico zie ik. Mijn bestuurder schrijft niet zoveel voor. Die heeft zoiets van doe lekker je ding. Op het moment dat hij verantwoording moet gaan afleggen over hoe het gaat op de scholen kan hij dat eigenlijk niet goed genoeg. De vraag is, is hij geen goede bestuurder of doet hij het prima omdat hij een heleboel verantwoordelijkheden bij de scholen legt? Dat is het moeilijke, het ingewikkelde. De waarheid ligt volgens mij in het midden. Hij is geen slechte bestuurder als hij dat niet doet. En zou hij geen betere zijn op het moment dat hij het wel zal doen. Het gaat er uiteindelijk om of je in staat bent mensen in beweging te brengen en mensen iets goeds te laten doen. Het gaat niet om verantwoording. Maar als dat hetgeen is wat nu moet gebeuren, daar gaat nog best wel wat tijd en energie in zitten. Ja dan kun je je afvragen of wij daar nou beter van worden.
Want?
Ik heb echt geen zin, ook niet richting mijn bestuurder, om alles uit te spitten. Als hij me er niet naar vraagt; ik ga niet alle vuile was die ik zie buiten hangen. Ik bedoel… ik zie van alles wat niet goed gaat in mijn school. Maar ik wil zelf in staat zijn om daarin te bepalen wat ik doe. Waar ga ik nu mee aan de slag? Ik wil niet dat ik ineens de druk van buitenaf ga krijgen ‘Jij moet nu met deze dingen aan de slag. Die moeten allemaal op orde komen’.
Overigens, het zijn geen halszaken. Het zijn geen dingen waardoor ik zou zeggen de veiligheid komt in het geding of de kwaliteit is heel slecht. Maar er zijn wel allerlei dingen die beter zouden kunnen. Ik wil zelf de regie houden over de volgorde en in welk tempo ik dat doe.
Waarom?
Dat voelt als… dat is mijn autonomie.
Ik kan me ook voorstellen dat je er soms baat bij hebt dat de druk van buiten komt. Omdat je het anders niet voor elkaar krijgt en het makkelijk schermen is achter ‘het moet van de inspectie of bestuurder’.
Bij de onderwijsinspectie zou dat kunnen werken, bij de bestuurder niet. Als het van de bestuurder zou moeten dan denk ik dat het mijn positie ondermijnt. Dus dat zal hij ook niet zomaar doen, precies om die reden. Bij de inspectie zou het wel kunnen werken. Alleen heb ik ook daar wel… ik ben ook wat minder optimistisch geworden over wat de impact is van zo’n bezoek van een inspecteur op het moment dat hij iets vindt en de school het eigenlijk ook al had gezien. Die schrijft het dan op in een rapport. Dan kan de schoolleiding zeggen ‘Zie je wel, de inspectie ziet het ook’. Dat zou je kunnen doen. Het is een extra gegeven. Ik kan hoogstens zeggen ‘Ik ben niet gek, zij hebben het ook gezien’. Maar that’s it. Als het echt groter wordt, dat de onderwijsinspectie echt iets zou zien wat niet oké is, ja dan kun je zeggen wij moeten dit nu. Maar dat is natuurlijk een vreselijke incentive om mee aan de slag te gaan.
Het zegt ook iets over je rol als directeur van een school als je dat nodig hebt?
Ja. Als dat de enige manier is om iets te verbeteren dan gaat er ook iets niet goed. Tegelijkertijd zie ik ook hoe ingewikkeld het is in de praktijk. Ik kan me dus ook voorstellen dat je dat gebruikt en moet gebruiken. Omdat het soms ingewikkeld is om iets in beweging te krijgen.
Heb je een voorbeeld?
Ik kan vinden dat de onderwijskwaliteit om hoog zou moeten, maar dat is vanuit een bepaalde overtuiging, vanuit een bepaalde onderwijskundige visie. Ik kan tegen de mensen die slecht voor de klas staan zeggen ‘jij doet dit niet goed genoeg’. Dat kan ik ook onderbouwen, leerlingen vinden dat ook zo. Maar dat zijn de evident slechte presteerders. Dat is niet zo moeilijk. De groep die er net boven zit. Die veel beter zou kunnen maar het eigenlijk niet zo heel slecht doet. Die is zo moeilijk om in beweging te krijgen. Daar helpt geen enkel drukmiddel tegen. Daar helpt professionalisering, zorgen dat ze überhaupt in beweging willen komen. Een bepaald vooruitzicht bieden dat het weliswaar veel tijd en energie en spanning kost, want het is moeilijk om ineens dingen anders te moeten gaan doen, maar dat het ook iets kan opleveren. Dat is een hele andere manier van leidinggeven.
In hoeverre hebben inspecteurs daar oog voor?
Onder druk kun je veel mogelijk maken. Dat is de ervaring die de inspectie heeft. Oké, als wij gaan pushen dan kunnen we wel degelijk dingen voor elkaar krijgen dus dat kunnen schoolleiders toch ook? Die kunnen toch ook druk opvoeren? Maar ik heb dat drukmiddel niet. Veel minder. Mijn werkelijkheid, zoals ik dit omschrijf, die staat nergens in een inspectiekader. Dat is ook niet de taal die de inspecteur bezigt. Althans, dat kan hij wel, als hij doorheeft dat het zo is. Maar dat is niet het normale discours bij inspecteurs.
Om langzaam richting afronding te gaan. Eigenlijk hoor ik je vooral zeggen, als ik het in mijn eigen woorden formuleer, dat het voor een inspectie zoeken is hoe je goed toezicht houdt. Hoe krijg je je vingers erachter waar het goed gaat en waar niet - wat doe je dan?
Dat kun je ook als iets positiefs zien. Ik heb in die korte tijd al zoveel gedachten over ‘we moeten toezicht zo en zo aanpakken’ zien passeren. Ergens is dat wel goed, dat die vragen doorlopend gesteld worden.