Somt lijkt het wel alsof we een andere taal spreken
Het is vrijdagmiddag. Ik bespreek met een collega een interview van eerder die dag. In één van de vragen die ik stel maak ik een grapje. Althans, dat dacht ik… want de opmerking valt niet in goede aarde bij mijn collega. Al pratende merkt deze collega op dat het soms wel lijkt alsof we een andere taal spreken. Hoe we soms op een andere manier hetzelfde proberen te zeggen. Maar soms dus ook menen hetzelfde te zeggen en er iets anders mee bedoelen.
we vergeten hoe iedereen zo zijn eigen context heeft en vanuit die context handelt.
Dat “niet elkaars taal spreken” lijkt wel een rode draad in de opdrachten van dit jaar. Soms verzuchtten gesprekspartners zelf dat ‘het lijkt alsof ze elkaars taal niet spreken’. Soms blijkt het uit al het gedoe in een samenwerking. Zoals wanneer verschillende actoren andere interpretaties geven aan ‘waarom je er bent als organisatie’ & wat dat betekent voor je werk.
We denken dat we - wanneer we met elkaar praten - handelen van persoon tot persoon. Of van functie tot functie. Maar we vergeten hoe iedereen zo zijn eigen context heeft en vanuit die context handelt. Ook in organisaties, of zelfs in organisaties. Dat bijvoorbeeld een simpele vraag als “mogen we gezien dit onderzoek en de rol van de bestuurder ook de bestuurder spreken?” voor ons een hele logische (systeem)vraag is. En dat het heel gek voelt wanneer daar twee opdrachtgevers gespannen op reageren. Tenzij je weet dat in deze organisatie je niet zomaar even praat met de bestuurder. En al helemaal niet als je niet precies weet wat je uit het gesprek wilt halen en daar een plan op bedenkt. Wat voor ons gezien de opzet van het onderzoek (de context van de ander gaan begrijpen) dan weer gek voelt. We zijn immers niet op zoek naar specifieke antwoorden.
Betekenis is ingebed in een historische, culturele en lokale context. in plaats van op zoek te gaan naar één simpel (juist) antwoord of een gedeeld beeld van de werkelijkheid, vraagt deze manier van kijken juist om het verschil te willen begrijpen.
In Design thinking & social construction bescrhijven Celiane Camargo-Borges en Sheila McNamee hoe mensen in lokale contexten met elkaar betekenis geven aan een fenomenen. Betekenis is zo dus ook ingebed in een historische, culturele en lokale context. “In this way, we come to understand competing views of the world as emerging from very different relational processes - processes that are historicaly and culturally bound.”(ibid, p22). Je kunt niet zozeer spreken van één objectief te kennen werkelijkheid, maar eerder van een polyvocale werkelijkheid. Afhankelijk van de lokale context krijgt eenzelfde fenomeen (bijvoorbeeld een second opinion) een andere interpretatie (een geste om nader tot elkaar te komen én een verdere onderbouwing van het punt van de ander). Niet zo gek dus, dat het soms voelt alsof de ander je niet begrijpt. Of dat je een hele andere taal spreekt.
In plaats van de ander ervan te overtuigen dat jouw kijk op de wereld de enige juiste is, geeft deze manier van kijken de mogelijkheid om te onderzoeken hoe een ander tot een andere interpretatie is gekomen. En in plaats van op zoek te gaan naar één simpel (juist) antwoord of een gedeeld beeld van de werkelijkheid, vraagt deze manier van kijken juist het verschil te willen begrijpen. En die verschillen naast elkaar te laten bestaan.
En dus bel ik maandagochtend mijn opdrachtgever - op zoek naar zijn context en de mijne, met de vraag hoe we hier samen productief mee omgaan.
Bron:
Celiane Camargo-Borges en Sheila McNamee (2022). Design thinking & social construction. A practical guide to innovation in research. Amsterdam: BIS Publishers.