Waarom context zo bepalend is voor ons gedrag

Vorige keer eindigde ik met de vraag of toezichthouders veranderingen eerder zouden moeten veroorzaken dan maken (=afdwingen). Die vraag kwam in mij op toen ik me (voor een zoveelste keer) realiseerde hoe bepalend context is voor ons gedrag. En dat de ene situatie nu eenmaal ander gedrag oproept dan een andere.

Dat klinkt misschien wat abstract. Maar wees eerlijk, heb jij ooit in een supermarkt onderhandeld over wat je uiteindelijk betaalt? En dan hebben we het niet over een netje mandarijnen waar er een minder frisse tussen zit. Ik nodig je uit om het eens te proberen. De kans is best aannemelijk dat anderen (en wellicht jijzelf ook) zich er behoorlijk ongemakkelijk bij voelen. Omdat het in de context van een supermarkt niet heel 'gewoon' is om te onderhandelen over wat je voor je boodschappen betaalt. 

Als je gedrag duurzaam wilt veranderen, zo lijkt het, dan kan dat alleen als je de context waarin het gedrag zich voordoet verandert. Het rookverbod is voor mij een mooi voorbeeld van contextverandering. Waar het jaren geleden nog heel normaal was om na een avond stappen in naar rook-stinkende kleren thuis te komen - nu is het al veel minder normaal om overal te roken. Sterker nog, ik hoorde laatst op het nieuws dat er over wordt nagedacht om roken zelfs in de buitenruimte te gaan beperken.

Wil je een duurzame gedragsverandering bereiken, zo denk ik dus, dan zouden toezichthouders zich meer moeten richten op het veranderen van de context waarbinnen dat gedrag plaatsvindt. Zodat wat eerst als gek werd ervaren, heel ‘gewoon’ is. Of dat wat eerst heel gewoon was, nu eigenlijk niet meer kan.

Dat vraagt om een ander handelingsrepertoire. Nu is er veelal de neiging om direct te willen ingrijpen. We bedenken nog een regel, stellen nog meer richtlijn op, delen nog een boete uit. De vraag is in hoeverre dat leidt tot duurzame veranderingen (en/of verbeteringen). Hoeveel rokers stoppen met roken, hoe vaak ze ook verteld wordt hoe slecht het voor hen is? Als toezichthouder zit je niet op de stoel van een bestuurder. Dat gaat simpel weg niet. Dat betekent ook dat veranderingen veel minder makkelijk te maken zijn. Wat wellicht beter en duurzamer is, is om randvoorwaarden te creëren. Waar partijen zelf meer initiatief en verantwoordelijkheid (kunnen) nemen. Zelf tot nieuwe inzichten komen en de verandering zelf verder initiëren. Dat vraagt van toezichthouders om te durven loslaten. En wellicht ook om te accepteren dat je rol als toezichthouder soms kleiner is dan we zouden willen.

Previous
Previous

Meer van hetzelfde

Next
Next

De achtste dag