Toezicht als sluitstuk

Eergisteren las ik een stuk in het FD over de accountantssector. Nu zijn er de afgelopen maand meerdere artikelen geschreven over de accountants en maatregelen die nodig zijn om de kwaliteit van de controles te verbeteren. Daarover een andere keer meer. Maar mijn oog bleef hangen bij het woord ‘sluitstuk’. In de brief van minister Hoekstra aan de Tweede Kamer (ik citeer het FD) schrijft hij: ‘Het doel, een duurzame verbetering van de kwaliteit van wettelijke controles, kan alleen worden bereikt als de keten als geheel wordt versterkt.’ Waarbij de minister, aldus het FD, de toezichthouder als ‘sluitstuk’ ziet.

Het lijkt mij een nogal enge opvatting over de rol van toezichthouders. ‘Sluitstuk’ impliceert dat er sprake is van volgtijdelijkheid. Een productieproces waarbij de toezichthouder aan het eind controleert of het allemaal wel goed is gegaan op de productieband door naar de kwaliteit van het eindproduct te kijken. Als toezichthouder ben je dan ook al snel de gebeten hond. Je kunt laat ingrijpen (het eindproduct is er immers al) en als het fout gaat wordt al snel de vraagt gesteld wat toezicht er aan heeft gedaan om dat te voorkomen? Wellicht dat het FD er zo over schrijft omdat de minister meerdere keren over de ‘keten’ spreekt. Als je let op taal dan valt je op hoe ‘keten’ en ‘sluitstuk’ passen in een lineaire manier van denken die voortkomt uit een mechanistisch logica. De wereld als machine, op te delen in allemaal onderdelen, die goed functioneren als elk deel maar zijn taak goed vervult.

Maar zo lineair is onze wereld niet. De minister constateert namelijk óók dat het probleem rondom de jaarcontroles niet eenvoudig is op te lossen. Sterker nog, zelfs na 22 aanbevelingen van de Commissie Toekomst Accountancysector en voorstellen van de AFM wil de minister nog meer onderzoek laten doen voordat hij nieuwe maatregelen implementeert. Blijkt het probleem van het verbeteren van de kwaliteit toch een stuk complexer. Bijvoorbeeld omdat de grotere kantoren (PWC, Deloitte, KPMG en EY) internationaal opereren en het onduidelijk is hoe maatregelen nu echt gaan uitpakken.

Wat gedrag- & cultuurtoezicht laat zien is dat je als toezichthouder een stuk effectiever wordt wanneer je begrijpt hoe zo’n ‘product’ tot stand is gekomen; wat er tijdens het productieproces afspeelt; wat mensen daadwerkelijk doen. En dus niet alleen kijkt naar het eindresultaat van een productieproces. Die ruimte is er denk ik voor de AFM. Minister Hoekstra zei namelijk ook (aldus accountant.nl): "Een goede wettelijke controle is de uitkomst van een traject waarin alle betrokkenen, dus niet alleen de accountant maar ook de gecontroleerde onderneming, hun verantwoordelijkheid nemen en de toezichthouder daar toezicht op houdt". Dat biedt ruimte om niet alleen naar het eindproduct te kijken, maar óók naar het traject dat er aan voorafgaat. Het lijkt me dat toezicht niet (alleen) het sluitstuk van de keten vormt - maar er wellicht middenin staat.


Met DE TOEZICHTSFLUISTERAAR richt ik me op toezichthouders die vast zitten in taaie vraagstukken. Vraagstukken die al lang spelen en waar maar niks lijkt te veranderen. Ik onderzoek samen met hen wat onderliggend is aan hun probleem en bedenken duurzame interventies gericht op het doorbreken van patronen. Meer kun je lezen op www.detoezichtsfluisteraar.nl.

Nieuwsgierig naar wat dat betekent voor jouw toezichtvraagstuk? Neem dan geheel vrijblijvend contact met me op, per mail vivian@detoezichtsfluisteraar of telefonisch 06-11346806.

Previous
Previous

Zicht op het grotere plaatje

Next
Next

de ‘wat apart’-vragen