Toezicht en de machinemetafoor
Je loopt naar de supermarkt om een fles in te leveren en nog snel een broodje te halen. De automaat waar je de fles in wilt doen neemt je fles niet aan. Best gek, want die fles heb je in dezelfde supermarkt gekocht. Je loopt naar de kassa en vraagt of ze je kunnen helpen. De kassière neemt je fles aan en je krijgt 25 eurocent (cash) terug. Terwijl je terug de supermarkt in loopt bedenk je dat dat eigenlijk helemaal niet logisch is. Je betaalt normaal gesproken alles met je pinpas - die 25 cent ga je zo niet uitgeven. En dus loop je terug naar diezelfde kassière, om je fles terug te krijgen en de fles toch via de automaat in te leveren. Die automaat die het dus nog steeds niet doet. Er komt zo een collega, vertelt ze. Je loopt naar de automaat waar je na even wachten wordt geholpen door een andere medewerker. Hij haalt er een fles uit en vertelt je dat het nu toch wel zou moeten werken. Je probeert het nog een keer. Maar dit keer slikt de automaat je fles in en gaat het alarm af. Geen statiegeld. Je loopt maar weer naar binnen, en vraagt de kassière of ze nog een keer haar collega kan vragen om te komen helpen. Uiteindelijk loop je met een bonnetje van 25 cent geïrriteerd de supermarkt in om dat broodje te halen. Iets wat zou eenvoudig zou moeten zijn duurde onverwacht een stuk langer. Onderweg naar je afspraak vroeg je je af waarom je over zoiets kleins als 25 eurocent voor een fles zo geïrriteerd kan raken.
Net zoals wanneer je nog van alles opvalt wanneer je nieuw in een organisatie komt te werken - zo valt (of viel) me van alles op nadat ik na 15 maanden reizen weer terug kwam in Nederland. Nederland als mijn 'nieuwe' werkgever. Bijvoorbeeld hoe deze maatschappij wordt gezien en georganiseerd als een machine. En dat wanneer alle onderdelen afzonderlijk doen wat ze zouden moeten doen ze als geheel geolied loopt. Maar wanneer dat dus niet zo is het al snel leidt tot irritatie - of het nou om het inleveren van een fles gaat of een trein die 5 minuten te laat is.
Hoezeer ik mezelf ook had beloofd niet meer in die machinale manier van denken te stappen - door zoiets simpels als een fles terug te brengen naar de supermarkt werd ik er mee geconfronteerd hoe diep sommige manieren van denken kunnen zitten. Ongeacht hoe graag je het anders wilt doen - en daar bewust mee bezig bent. Hoe contexten je uitnodigen tot bepaald gedrag, ook als je dat niet wilt - en hoe moeilijk het kan zijn om daar uit te breken. Ik realiseerde me ook dat dat vraagt om geduld. Geduld met het proces om oud gedrag af te leren, 'ontleren' zoals mijn gesprekspartner van gisteren het noemde. Dat dat proces met vallen en opstaan gaat. En dat het lastig(er) is wanneer de context je daar niet in helpt.
Dat geldt evengoed voor toezicht. Duurzame gedragsveranderingen vragen om geduld. Heel veel geduld. Omdat onze manieren van doen (en denken) vaak dieper in ons geworteld zijn dan waar we ons bewust van zijn. Geduld waarvan ik me afvraag of toezichthouders die wel altijd voldoende hebben. Of mogen hebben. Want wees eerlijk - duurzame gedragsveranderingen verhouden zich slecht tot de context waarin toezichthouders zich begeven. Waar al gauw wordt gevraagd naar het laten zien van bereikte resultaten. Of media die maar al te graag moord en brand schreeuwen wanneer het een keertje misgaat.
En het riep de vraag in mij op of toezichthouders veranderingen moeten maken of veroorzaken. Maar daarover in een volgend verhaal meer.